Achilles Cools


Achilles Cools is een man die tracht om een grote verscheidenheid aan biotopen te creëren in de buurt van zijn huis. Hij koopt stukken landbouwgrond en maakt er een typisch biotoop van, enkele voorbeelden zijn: heide, moeras, kalkbodem, …

Hij "maakt" deze biotopen door de gronden de gelegenheid te geven om de natuurlijke vegetatie te laten groeien en door zelf bepaalde planten te zetten. Ook creëert hij gunstige omstandigheden voor bepaalde diersoorten. Enkele voorbeelden zijn zandheuvels voor de zandbijen en –wespen, waterplasjes voor de eenden (uitgezette en wilde), lage struiken en bomen voor de vogels. Hij heeft een bijzondere collectie soorten, vooral kauwen zijn er alom tegenwoordig omdat hij op zijn huis een soort til voorzien heeft als huisvesting voor deze schrandere vogels. Deze kauwen werden en worden intensief door hem geobserveerd en hun gedrag wordt in kaart gebracht. Het zijn dieren die naar hem gebracht worden nadat ze bij mensen zijn grootgebracht. De vogels hebben dus het probleem van een verkeerde inprint, d.w.z. dat ze mensen als moederfiguren zien i.p.v. hun soortgenoten. Hij geeft de dieren de gelegenheid om meer met soortgenoten in contact te komen en alzo hen de kans te geven om terug het wilde gedrag aan te leren. Het is een zeer bijzondere soort met een eigen hiërarchie in de groep. Ook is het speciaal dat de koppeltjes strikt monogaam zijn en dat de partners altijd in elkaars buurt zijn. Ze leven in een groep en hebben niet echt een territorium te verdedigen maar toch zingen ze! Hun "taal" is vrij complex en bestaat uit een groot aantal soorten geluiden die elk meerdere betekenissen kunnen hebben. De betekenis is afhankelijk van de situatie waarin het geluidje gebruikt wordt. Daarnaast zitten er ook nog torenvalken, uilen, kleine karekieten en goudhaantjes.

Op verschillende terreinen heeft hij een typische vegetatie staan. Om deze lappen grond te onderhouden maakt hij gebruik van vier ezels. Zij grazen de planten en struikjes heel kort af en zorgen er zo voor dat in het voorjaar weer nieuwe plantjes beginnen te groeien. Ook positief is dat ze de grond aan stampen en dat is gunstig voor het verschijnen van orchideeën. Een laatste voordeel is dat de ezels hun mest steeds op dezelfde plek deponeren en dat is gemakkelijk om op te ruimen. Dat moet gebeuren want anders wordt de grond te rijk.

De heide is op dat stuk grond ontstaan nadat het bos, dat er eerst stond, werd gerooid. Op die manier kregen heidezaadjes, die er nog lagen van vóór het bos werd aangeplant, de kans om weer op te schieten. De zaadjes zijn namelijk in staat om zeer lang (tot 50 jaar) kiemkrachtig te blijven. Op dit stukje grond was het opvallend hoeveel hangmatspinnen er voorkwamen. Ze maken hun web tussen opstekende stengeltjes van de heideplanten. Het ligt horizontaal en het kleine spinnetje hangt er vanonder aan.

Het lapje "bos" werd gekenmerkt door enkele bomen waar de schors vanaf geschraapt was, dit is het werk van de zwarte specht. Ook was er een boom met enkele mooie ronde gaten erin, dit waren nestplaatsen van de groene specht van het voorbije jaar.

  

Op de andere stukken grond komen nog enkele bijzondere plantensoorten voor. Een paar voorbeeldjes: kleine en ronde zonnedauw, polij, vlasleeuwenbek, klokjesgentiaan en gagel. In een kleine wei was er een plasje met iets wat op het water dreef. Het leek op olie maar het was een bepaalde ijzerbacterie die gedijde op het ijzerhoudende water. Ook een zeldzaam plantje is het waterdrieblad.

De excursie was een toffe ervaring maar het was spijtig dat alle biotopen op een onnatuurlijke manier bij elkaar lagen.

 

De Zegge

1. Geschiedenis

De Zegge is een gebied dat door mensenhanden werd gevormd. Vroeger heette de streek het "Geelsche Broek" verwijzend naar de naburige stad Geel en naar de beide waterlopen die het gebied regelmatig onder water zetten. Het zijn de Kleine Nete en het Kempens kanaal, beide zijn nog steeds zeer belangrijk om de waterhuishouding in de Zegge te regelen. Het gebied bestaat voor het grootste deel uit open water en rietvelden. Dit is zo ontstaan door de menselijke activiteiten in het broek.
 

2. Menselijke interferentie

Er werd turf gestoken, geplagd, gemaaid en hout gehakt, hierdoor zijn de vele plasjes ontstaan en de rietvelden gevormd. Dit werd een tijd lang niet meer gedaan en dan zien we dat de rietvelden evolueren naar elzenbroekbos en bijgevolg gaat het riet verdwijnen. Nu wordt het gebied beheerd door de zoo van Antwerpen en de vroegere activiteiten worden nagebootst met de bedoeling om de specifieke gebieden te behouden.

De verlande turfputten worden met een kraan leeggeschept om weer poelen te creëren en rietvelden te laten groeien. Het plaggen van de heide zoals vroeger (om grondbedekking te hebben voor in de stal) wordt nu nagebootst door het afschrapen van de bovenste vijf centimeter van de bodem. Er komt dan witte zand vanuit de ondergrond aan de bovenkant te liggen en daar zal dan een specifieke vegetatie op groeien. Eerst komt er het purper viltmos op wat een tijdje later gezelschap krijgt van ronde zonnedauw. Nog wat later zal er struikheide op beginnen te groeien.

Ook op andere gebieden zijn de conservators druk bezig. De weggetjes door het terrein moeten gemaaid worden, de opschietende boompjes moeten met de wortel verwijderd worden, nieuw gekochte stukken moeten helemaal heringericht worden, … Speciaal voor de grote lappen natuurgebied zijn er enkele paarden die de vegetatie kort houden. Het zijn Konick-paarden, dit is een nieuw ras gefokt uit een uitstervend ras. Er werd voor paarden gekozen omdat deze weinig onderhoud vragen. Ze hebben geen stal nodig en ze moeten weinig bijgevoederd worden in de winter, enkel wat hooi volstaat. Er werd ook voor gezorgd dat er een soort buffer rond het terrein aangelegd werd. De houtkanten langs de randen zijn vrij breed, dit is goed als afscherming en als schuilplaats voor de vogels. Er is ook een speciaal stuk voorzien waar bloemrijke "onkruiden" gezaaid worden om een rijk gevarieerde insectenpopulatie te bekomen.

Ook het waterpeil wordt door de conservator gecontroleerd. Overal langs de rand van het terrein zijn voorzieningen zoals stuwen en pompen aangebracht om dit te regelen. De waterkwaliteit van het binnenkomende water wordt nauwlettend gecontroleerd op fosfaten en nitraten. Dit water wordt eerst door een helofietenfilter geleid. Deze filter bestaat uit een langgerekt rietveld waardoor het vervuilde water stroomt. De planten zijn lisdodden en deze nemen de overtollige fosfaten op uit het water. Op het einde van het groeiseizoen worden de planten gemaaid en verbrand om te voorkomen dat de fosfaten weer in de bodem gaan terechtkomen. Wanneer het water uit deze rietfilter komt is het zuiver genoeg om in het gebied te laten.
 

3. De natuur op de Zegge

De Zegge is in de eerste plaats een gebied waar er voor gezorgd wordt dat de specifieke biotopen van enkele dieren bewaard blijven. De rietvelden zijn een goed gebied voor de bruine kiekendief, de rietgors en de open waters zijn dan weer goed voor de blauwe reiger, de aalscholver en de blauwborst. De rechte oevers van de beekjes zijn een goede nestplaats voor de ijsvogels. De vele beekjes zijn een rijke bron van voedsel voor de ijsvogel, er komen namelijk vrij veel kleine visjes in voor. Ook voor de libellen (wel 35 soorten in de Zegge) zijn de vele ondiepe plassen een goede omgeving. Het gemaaide gras wordt, samen met wat snoeihout, op hopen gelegd met de bedoeling een broedplaats te zijn voor de ringslangen. Ratten en muskusratten komen frequent voor maar het is een nadeel dat ze de dijken ondergraven… We hebben zelfs een vossenhol gezien in een hoop zand en sporen van reeën aan een poel.

Op sommige plekken is er sprake van kwelwater. Dit is een plek waar oppervlaktewater weer naar boven komt na een ondergrondse reis. Op de Zegge was dit het geval met het water van het kanaal, waarvan het waterpeil bijna twee meter hoger is dan de Zegge. De Zegge is niet alleen een gebied voor dieren, ook planten zijn er belangrijk. Enkele vrij zeldzame soorten komen er voor: waterlepeltje, waterdrieblad en de pilvaren (een ondergedoken varen). Buiten deze soorten zijn er ook vele planten die erg typerend zijn voor de Zegge o.a. de kleine egelskop, kikkerbeet, moerashertshooi, …

De Zegge is een groot gebied en het is zeker een zeer nuttig initiatief. Maar het is wel zeer opvallend dat het door mensenhanden gemaakt werd en dat het ook nog zo goed onderhouden wordt.